Een ode aan 'Mister Sparta' Charles van der Steene
In dit artikel:
Charles van der Steene is al ruim vier decennia het commerciële gezicht van Sparta Rotterdam: een manusje-van-alles dat vanaf begin jaren tachtig de club hielp professionaliseren, inkomsten vergaren en haar imago uitbouwen. In vijfentwintig tot vijfentwintig functies — van financiële administratie tot commercieel en zelfs technisch directeur — zette hij tal van initiatieven op die Sparta structureel sterker maakten en de band tussen club, sponsoren en supporters verstevigden.
Zijn entree bij Sparta in 1980 kwam na banen bij ABN Amro en een parfumerie; aanvankelijk voor de boekhouding, al snel als drijvende kracht achter commerciële exploitatie. Een vroeg voorbeeld van zijn vindingrijkheid was het organiseren van een optreden van André Hazes voorafgaand aan Sparta–PSV (seizoen 1981/82) om de publieksaantallen op te krikken. Waar normaal enkele duizenden toeschouwers kwamen, trok het evenement tienduizenden mensen naar Het Kasteel en markeerde het de start van meer commerciële durf binnen de club.
Nadat shirtsponsoring in Nederland werd toegestaan, realiseerde Van der Steene één van de eerste en best passende deals: Sparta als drager van de Efteling. Die samenwerking (drie jaar) leverde niet alleen zichtbaarheid op maar ook evenementen en zelfs een vriendschappelijke wedstrijd in het attractiepark — een vroeg voorbeeld van crosspromotie tussen sport en leisure.
Van der Steene introduceerde zakelijke ledenpakketten naar Rotterdams voorbeeld en bouwde daarmee een stabiele inkomstenstroom op. Hij richtte de Spartaanse Business Club op en ontwikkelde de Kasteelloge: in 1988 een van de eerste skybox-concepten in Nederland. Hoewel de eerste uitvoering nog kinderziektes kende (beslagen ruiten, geluid), werden die zorgen opgelost en groeide de loge uit tot een belangrijke post op de begroting. Creatieve oplossingen voor sponsorrechten — zoals het tijdelijk verhuren van shirtposities — toonden zijn praktische handelsgeest om inkomsten te spreiden.
Onder zijn regie zocht Sparta ook internationaal profile, met een commerciële trip naar Shanghai in 1985 en sportieve hoogtepunten zoals de bekerduels met HSV Hamburg, waar Sparta in een legendarische strafschoppenserie doorging. Die momenten werden symbolisch voor het type publieksvriendelijkheid en lef dat Van der Steene wilde uitstralen.
Hij bouwde duurzame relaties met partners als ZPRESS (Alex Klein) en De Goudse Verzekeringen (Ad en later Geert Bouwmeester). Die sponsoren konden rekenen op serieus zakendoen, persoonlijke betrokkenheid en lange termijn samenwerking; Bouwmeester noemt Van der Steene onomwonden het grootste clubicoon en wijst op zijn cruciale rol in moeilijke tijden.
De overgang naar het nieuwe stadion in 2000, waarbij Van der Steene betrokken was, illustreert zijn blik op zakelijke exploitatie: extra verdiepingen en loges werden toegevoegd om commerciële capaciteit te vergroten. Tegelijk kende hij ook zwaardere periodes, vooral de degradatie na 2002 die leidde tot financiële nood—onder meer de verkoop van het stadion aan de gemeente—waarbij zijn inzet mede bijdroeg aan het voortbestaan van de club.
Formeel met pensioen in november 2015 (kort daarvoor onderscheiden met de Erasmusspeld), bleef hij nog jaren incidenteel actief en trad later kort toe tot het bestuur. Tegenwoordig fungeert hij vooral als stille ambassadeur en vertrouwenspersoon voor Sparta. Collega’s, trainers als Henk ten Cate en sponsoren prijzen vooral zijn verbindende vermogen: een nuchtere, empathische aanpak, betrouwbaar in afspraken en warm in persoonlijke relaties. Voor velen is hij dan ook terecht “Mister Sparta”: de man die commercie en clubcultuur met elkaar liet samengaan en zo een belangrijk fundament voor de huidige club hielp leggen.